Lesfasenmodel voor college 5
Het lesfasenmodel vormt de structuur van een les
beeldende vorming.
Vul de horizontale strook in bij de **** sterretjes
Voorbereiding *
|
Context
|
Belevingswereld
Kinderen van 12 jaar zijn bezig met hoe ze er uit zien. Ze krijgen meer
interesse in hun uiterlijk en hoe ze dit aan kunnen passen. Op deze interesse
wil ik inspringen met de opdracht.
|
Basisplan
|
Opdracht en randvoorwaarden
Tijdens deze opdracht gaan de kinderen maskers van hun eigen gezicht
maken. We beginnen met het bekijken van (plaatjes van) indianenmaskers. Deze hebben
duidelijke gezichtsuidrukkingen, dit bespreken we kort. Als de tijd het toe
laat, mogen ze in tweetallen omstebeurt elkaars gezicht afdrukken in gips. Is
dit niet mogelijk, dan neem ik kant en klare witte maskers mee. Op de maskers
mogen de kinderen zichzelf zo duidelijk mogelijk tekenen. Hoe staan je ogen? Welke
kleur heeft je haar? Etc. Ze moeten zichzelf één duidelijke emotie geven op
het masker, zoals boos of blij.
|
|
Doelen
|
Beeldend doel:
De kinderen maken een masker dat duidelijk op hen lijkt en een eenduidige
emotie weer geeft.
Technisch doel:
De maskers worden eventueel gemaakt van gips, dan is het criterium dat
alle maskers heel en goed gelukt zijn. Verder is er een technisch doel te
behalen in het betekenen van de maskers. De kinderen moeten netjes ogen, een
mond en andere gezichtskenmerken kunnen tekenen.
|
|
Receptie
/Oriëntatie * |
Introduceren
|
Beeldcultuur
Primitivisme
Beeldaspecten
Met name vorm. De kinderen zijn bezig met de vorm van hun gezicht, en de
vorm van een gezicht met een bepaalde uitdrukking. Als iemand boos kijkt
wijzen de wenkbrauwen bijvoorbeeld naar beneden, terwijl een geschrokken
persoon zijn wenkbrauwen juist in een hoge boog fronst.
Ontwikkelingsfasen
Met name het mimetische stadium, kinderen proberen een beeld zo nauwkeurig
mogelijk na te maken, waarbij ze letten op hun eigen gelaatstrekken.
|
*
|
Informeren
|
Beeldbeschouwen
We hebben het in het begin van de les over de indianenmaskers. Welke gezichtsuitdrukking
hebben zij? En hoe is dit weergegeven?
|
*
|
Instrueren
|
Beeldend Probleem
Vervolgens wordt uitgelegd dat de
kinderen hun eigen masker mogen maken. Het beeldende probleem hier is hoe ze
een emotie naar keuze zo goed mogelijk weergeven.
|
/Uitvoering |
|
|
|
|
|
|
|
|
/Nabeschouwing |
|
|
*
|
Beoordelen
|
Beoordelingscriteria (matrix)
Nb. Alleen de matrix maken.
|
|
|
|
|
|
|
Matrix
score |
Onvoldoende
|
Voldoende
|
goed
|
|
Vorm masker
max. 3 punten
|
Het masker is
onherkenbaar, gedeukt of niet heel
0 punt
|
Het masker is
redelijk, maar sluit niet goed aan op het gezicht.
1 punt
|
Het masker sluit
goed aan op het gezicht en is herkenbaar.
3 punten
|
|
gezichtsuitdrukking
max. 5 punt
|
De gezichtsuitdrukking
is niet herkenbaar.
0 punten
|
Er is gepoogd een
gezichtsuitdrukking te maken, maar hier is slechts deels in geslaagd.
3 punt
|
Het is in één
oogopslag duidelijk welke uitdrukking het masker heeft.
5 punten
|
|
tekenen
max. 2 punten
|
Het tekenen van
het kind is niet veel meer dan gekras
0 punt
|
Het gezicht is
ongelijk of scheef, de lijnen zijn wel duidelijk zichtbaar
1 punten
|
Het gezicht is
geloofwaardig
3 punten
|